Verduurzamen corporatiewoningen: interview met voorzitter Aedes

Geplaatst op 28-03-2019 door Stichting Warmtenetwerk

Bij de energietransitie spelen woningcorporaties met de vele duizenden woningen die zij in het land bezitten, een grote rol. Om de klimaatdoelen te halen is verduurzaming van de woningvoorraad dan ook essentieel. Een gesprek met Marnix Norder (voorzitter van Aedes, landelijke vereniging van woningcorporaties) over de weg naar verduurzamen en de rol van warmtenetten daarbij. Welke kansen en drempels ziet hij? 


Hoe groot is de noodzaak om te verduurzamen?
“Het is bekend dat we de Parijse klimaatdoelen moeten zien te halen. Dat vraagt een grote inspanning van iedereen, van de maatschappij en van organisaties zoals woningcorporaties. Verduurzaming van de gebouwde omgeving is een belangrijk onderdeel om de klimaatdoelen te halen.”

Hebben de Nederlandse woningcorporaties daarin een actieve rol?
“Dat vind ik wel. Het klimaat staat de laatste tijd in de belangstelling, maar voor corporaties is dit niet nieuw. Zij zijn daar al veel langer mee bezig, onze leden lopen voorop als het om het verduurzamen van de gebouwde omgeving gaat.”

Kunt u daar voorbeelden van geven?
“Het aantal energielabelsprongen dat de corporaties in de laatste tien, vijftien jaar gemaakt hebben, is indrukwekkend. Des te beter het energielabel, des te beter voor het klimaat. De stappen die in de corporatiesector zijn gemaakt zijn zeer positief als je die vergelijkt met commerciële verhuurders of particuliere woningeigenaren. Aan de klimaattafel waar ik recent aan heb deelgenomen, hebben eigenaren van utiliteitsgebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen, onze routekaart om in 2050 CO2-neutraal te zijn overgenomen. Op meerdere vlakken lopen wij denk ik voorop, ook al is duurzaamheid niet onze core business.”

Wat is dan de kerntaak van corporaties?
“De kerntaak van woningcorporaties is om voldoende en betaalbare woningen voor onze doelgroep te realiseren en om die te beheren. Duurzaamheid heeft voor ons in principe niet de hoogste prioriteit. En het wordt ons ook steeds moeilijker gemaakt om daar in te investeren.”

Waarom is dat het geval?
“We hebben al jaren te maken met steeds meer heffingen die het Rijk aan ons oplegt. De verhuurderheffing en extra belastingen lopen op tot een bedrag van tweeënhalf tot drie miljard euro per jaar voor de hele sector. Dat verhoudt zich niet tot onze maatschappelijke opgave en heeft ook gevolgen voor investeringen in duurzaamheidsmaatregelen ook al zijn de ambities er op dat vlak zeker wel.”

Kunt u die ambities concreet maken?
“Aan de klimaattafel hebben we die ambities samen met andere bouwende partijen in Nederland concreet gemaakt. We hebben geconstateerd dat er meer nodig is dan ‘de lieve, aaibare projecten’ waarbij enkele tientallen woningen als voorbeeldprojecten verduurzaamd worden. Er is echt een schaalsprong nodig om duizenden woningen aan te pakken en daar is voor de komende jaren vijfhonderd miljoen euro voor beschikbaar. En ik schat nu in dat we op koers zitten om in 2021 voor alle corporatiewoningen gemiddeld een energielabel B te hebben. Als dat lukt dan halen we onze doelstelling, ook wordt de financiering na 2021 een probleem vanwege de oplopende heffingen van het Rijk die ik eerder noemde.”

Op welke duurzame maatregelen zet de sector in?
“Dat kunnen verschillende maatregelen zijn. Warmtenetten spelen een belangrijke rol bij het verduurzamen van corporatiewoningen en dat geldt ook voor warmtepompen en all electric maatregelen. Afhankelijk van de situatie kunnen we voor verschillende systemen kiezen. Het is veel logischer om de dure infrastructuur voor warmtenetten in dichtbevolkte gebieden als steden aan te leggen. Als je veel mensen kunt aansluiten, dan is dat een relatief goedkope mogelijkheid. In kleine dorpen is all electric, hoewel per woning veel duurder, wellicht toch de beste optie. Dat zal maatwerk zijn. Ik verwacht dat op dat vlak in de komende paar jaar veel gaat gebeuren, want alle gemeenten zijn bezig te bedenken hoe zij hun wijken van het aardgas willen afkoppelen. En corporaties zijn natuurlijk als zij veel woningen in een wijk bezitten, nauw betrokken bij de wijze waarop dat het beste kan gebeuren.”

Is het wel zo logisch dat woningcorporaties betrokken zijn bij bijvoorbeeld de levering van warmte?
“Het zou het beste zijn als woningcorporaties, als het bijvoorbeeld over warmtenetten gaat, simpelweg een product af kunnen nemen. Gewoon warm water met daarbij een prijs. Het zou wat mij betreft een stuk simpeler kunnen dan nu vaak het geval is.”

Waar denkt u dan aan?
“Het zou woningcorporaties erg helpen als er voor iedere wijk die aangesloten wordt op het warmtenet niet drie jaar lang onderhandeld hoeft te worden, maar dat er modelcontracten komen. Een afvinklijstje waardoor het eenduidig wordt. Dat kan echt helpen om te versnellen en om kosten te besparen voor zowel corporaties als voor eigenaren van warmtenetten. Daarnaast vind ik het niet logisch dat risico’s van de aanleg van warmtenetten bij woningcorporaties gelegd worden. Eigenaren van warmtenetten zijn de leverancier, leg daar dan ook de financiële risico’s, of vanwege het grote belang om snel te verduurzamen, desnoods bij het Rijk. En bovendien denk ik dat warmtenetten gebaat zijn bij meer marktwerking.”

Marktwerking op wat voor manier?
“Ik zie in het land leveranciers van warmte die zich constructief opstellen, maar een deel gedraagt zich als monopolist. Ik denk dat we naar een systeem toe moeten waarbij met een consessietermijn van drie of zes jaar gewerkt wordt waarin een partij warmte levert en dat na die termijn opnieuw aanbesteed kan worden.”

Op welk vlak is nog meer winst te behalen als het gaat om warmtenetten?
“Dat heeft te maken met de bronnen waar de warmte van afkomstig is. Het is een onderwerp waar ik mij niet direct mee bezig houd omdat anderen daar veel meer vanaf weten, maar het is algemeen bekend dat de restwarmte die gebruikt wordt om woningen te verwarmen nu vaak nog niet van duurzame bronnen komt. Mij wordt tegelijkertijd verzekerd dat daar op afzienbare termijn wel echt verandering in komt. En dat is denk ik een goede zaak.”

In welke gemeenten ziet u momenteel dat grote stappen gezet worden met warmtenetten?
“Wellicht zie ik enkele mooie voorbeelden over het hoofd, maar ik weet dat in steden als Delft, Rotterdam, Tilburg en Amsterdam op het moment echt snelheid gemaakt wordt als het gaat om aanleg of uitbreiding van warmtenetten.”

Auteur:
Joost Zonneveld

Lees ook onze andere berichten